Open innovatie. Drs. Rob Westerdijk is er een groot pleitbezorger van. De programmamanager Circulaire Economie verbonden aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) kent de voordelen als geen ander. “Kennis delen hoort het bij het nieuwe denken. Door op verschillende manier structureel samen te werken en collectief maatregelen te nemen, kunnen bedrijven een enorme slag maken.”
Op weg naar een circulaire economie. Er wordt veel over gesproken, maar uiteindelijk gaat het erom dat er iets gebeurt. Rob Westerdijk maakt zich er sterk voor. De programmamanager Circulaire Economie van de HAN fungeert tevens als projectleider van het CEBB (expertisecentrum Circulaire Economie voor Bedrijven en Bedrijvenparken). Hij ziet het als een enorme uitdaging. “Bedrijven zijn nog teveel met hun eigen ding bezig, maar alleen verlies je het in de nabije toekomst.” Elkaar versterken, daar draait het om. “Dan wordt een circulaire economie haalbaar”, zegt de programmamanager. “Het gaat om bewustwording, kennis, organiseren, samenwerken, delen en vertrouwen. Dat is nodig voor het nieuwe ondernemen. Zie het als de nieuwe uitdaging, die prachtige boot mag je niet missen.”
Om de plannen in een stroomversnelling te brengen, is er een samenwerking in de maak tussen de HAN en de Samenwerkende Industriële Kringen Achterhoek (SIKA) en Achterhoek Onderneemt Duurzaam (AOD). Projectleider Rinus Smet verwacht er veel van. De HAN werkt aan een methodiek om bedrijven en bedrijvenparken toekomstbestendig te maken via het zogenoemde OK! model. “Voor ons AOD project is dat een welkome aanvulling. We willen graag profiteren van de expertise van de Hogeschool. De samenwerking is een unieke kans voor bedrijven en bedrijvenparken, we kunnen zo een koplopergroep vormen en een voorbeeldfunctie vervullen.” Een verbinding tussen ondernemers, onderwijs en overheid is noodzakelijk, aldus Rinus Smet. Er wordt in dat verband gesproken over de Triple Helix.
Bij een circulair bedrijvenpark gaat het niet alleen om afvalstoffen en energiegrondstoffen, maar om alle ‘waardesoorten’, waaronder de ecologische exponent, de technologische waarde en de samenwerking tussen bedrijven en hun omgeving. “De toekomst is een sustainable omgeving, waarbinnen welvaart en welzijn belangrijker zijn dan alleen de economie”, doceert Westerdijk. “Ik heb het liever over welsaam. Die term spreekt boekdelen. Sturen op alleen de financiële waarde staat onder druk. Gebruik verdringt bezit.”
Samenwerken in de keten biedt voordeel, maar regionale verbondenheid heeft nog meer te bieden. Veel naburige bedrijven doen weliswaar zaken met elkaar, maar er is verder amper sprake van overleg laat staan structuur. “Over het algemeen spreken ze elkaar nauwelijks en organisatorisch is er verder weinig geregeld. En dat terwijl er nog veel meer te halen is. Niet alleen op praktische onderdelen, ook als het gaat over het afstemmen van bedrijfsprocessen, arbeidsinzet en technologische ontwikkelingen. Bewustwording vormt daarbij het sleutelwoord. Het nemen van verantwoordelijkheid en een vooruitziende blik zijn bepalend voor succes.” De vervuiler gaat betalen, dat is waar het naartoe gaat. Dat vraagt om een andere houding. “Dat doen hogescholen, universiteiten ook met VNO-NCW, Kiemt en anderen ook in het samenwerkingsnetwerk ‘Circles’. Zodat we geen onderzoek dubbel doen en onderzoekers aantrekken waarvan de expertise al bij een ander is.” Dit alles gericht op versterken van het regionaal bedrijfsleven naar een circulaire economie. Bedrijven kunnen elkaar zo versterken. “Ga de verbinding aan. Maar werk ook samen met onderwijs en overheid. Wij willen met ons team van deskundigen en een efficiënte aanpak helpen met de transitie. Zelfvoorzienende bedrijvenparken zijn toekomstbestendig. Ondernemers profiteren van inkoopvoordeel, hebben op termijn geen energiekosten, zijn onafhankelijker en enorm duurzaam, immers: er is amper sprake van CO2 uitstoot.” Westerdijk ziet dat de Achterhoek het voortouw neemt en reageert enthousiast op de initiatieven die worden ontwikkeld. Een structurele samenwerking ligt in het verschiet om elkaar zo vooruit te helpen. “Er zitten parels van bedrijven in de Achterhoek. Het is zaak om van die parels een ketting te rijgen. Het overdragen van kennis is een belangrijk onderdeel. Er is zeker ook een rol weggelegd voor onze studenten, want bedrijven in de Achterhoek zitten te springen om goed opgeleid personeel. Daarnaast vind ik de Achterhoek heel geschikt als pilotgebied om hun plannen te verwezenlijken. Het is een innovatieve regio waar noaberschap al in de genen zit. En juist het moderne noaberschap kan door verbondenheid, samenwerken en omzien naar elkaar voor een flinke voorsprong zorgen naar een toekomstbestendige regio.”